English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word graduate

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
graduate
(certificated; certified)
;
graduate
een diploma behalen
diplomiĝi
university graduate
(academic)
universitata diplomito
(rank; status; station; standing)
🔗 What’s to be your grade?
(gon; grad)
decimale graad
;
(degree)
graduated
(gradual)
graduated
(progressive; sliding‐scale)
progresiva
undergraduate
(student; male student)

EnglishDutch
graduate doctoreren; een diploma behalen; een diploma verlenen; gediplomeerde; gegradueerde; geleidelijk overgaan; gepromoveerde; graderen; indelen; in graden verdelen; maatbeker; maatglas; overgaan; promoveren
graduate into geleidelijk overgaan in; overgaan in
graduate school doctoraalopleiding
university graduate academicus; universitair
grade beoordelen; cijfer; cijfers geven; een cijfer geven; gehalte; geleidelijk overgaan; graad; graderen; helling; klas; klasse; kruisen; kwaliteit; nivelleren; rang; rangschikken; schakeren; schakering; soort; sorteren; staffelen; trap; veredelen; waterpassen
graduated progressief
graduation geleidelijke opklimming; graadverdeling; gradering; indeling; promotie
graduator graadmeter
post‐graduate postacademiaal; postacademisch
undergraduate student; student die zijn eerste graad nog niet heeft gehaald; studenten‐