English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word gossipy

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
gossip
;
gossip
gossip
; ;

EnglishDutch
gossipy praatgraag; praatziek; roddelachtig
gossip babbelaar; babbelaarster; babbelen; bakerpraatje; buurpraatje; buurpraatjes; ditjes en datjes; gebabbel; gekeuvel; gepraat; geroddel; kletsen; kletstante; oudewijvenpraatjes; peet; praatje; praatjes; praatster; roddel; roddelaar; roddelaarster; roddelen; roddelpraat; roddels; theetante