English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word glue together

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
glue
(stick; paste)
;
glue
(adhesive)
(jointly); ; ; ; ;
🔗 Did you think a few hours ago that you would ever be together again?

EnglishDutch
glue together aaneenlijmen; aaneenplakken; samenlijmen
glue kit; kleefmiddel; kleefstof; kleven; lijm; lijmen; plakken; vastkleven; vastlijmen; vastplakken
together aan elkaar; aaneen; achtereen; bij elkaar; bijeen; gelijk; gemeenschappelijk; gezamenlijk; met elkaar; onderling; opeen; saam; samen; tegelijk; tegen elkaar; tezamen