Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lijm

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
glue
🔗 En als er ook maar iets bijzonders aan de lijm te zien was geweest, had ons dat onmogelijk kunnen ontgaan.
(plakken)
glue
(kleverig)
🔗 Tom Poes stak hem snel een hand toe, en gehinderd door de lijmerige massa die de beklagenswaardige knecht bedekte, trok hij hem langzaam op de oever.
vislijm
kaid
vislijm
isinglass

DutchEnglish
lijm cement; glue; gum; lime
houtlijm joiner’s glue
lijmen glue; size
lijmerig gluey; glutinous; sticky; drawling
lijmklem clamp; cramp
lijmkwast glue‐brush
lijmpot glue‐pot
tweecomponentenlijm epoxy
vislijm fish‐glue; isinglass