English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word glad

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(happy; joyful; joyous; pleased)
🔗 He was glad Elansu had not thought anyone would keep clothes in here.
(readily; willingly)
vole
(joyfully)
🔗 Gladly will I play the flute.
(willingly);
met genoegen
gladness
(joy)
gladness
(joy; delight; joyfulness)
;

EnglishDutch
glad blij; blijde; blijmoedig; verblijd; verheugd
be glad of blij zijn om
glad at verheugd over
glad of verblijd over; verheugd over
glad rags beste kloffie; beste plunje; mooie kleren
I am glad to hear that het doet me genoegen te horen dat
I shall be glad to hear that ik zal graag vernemen dat
gladden verblijden; verheugen
gladly blij; blij te moede; blijmoedig; gaarne; graag; met genoegen; verblijd; verheugd
gladness blijdschap; blijheid; vreugde
gladsome blij; blijde; heuglijk