English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word gambling

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 I should know better than to gamble with you.

EnglishDutch
gambling gedobbel; gokkerij
gambling game gokspel
gamble dobbelen; een risico nemen; gok; gokje; gokken; gokkerij; loterij; spelen
gambling‐debt gokschuld
gambling‐den speelhol
gambling‐house goktent; speelbank; speelhuis
gambling‐room speelzaal
gambling‐table speeltafel