English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word flushed

English → Dutch
  
EnglishDutch
flushed doorgespoeld; doorgetrokken; hoogrood; verhit
be flushed goed bij kas zitten
be flushed with money goed bij kas zitten
flushed with joy dolblij
flushed with success in de roes van het succes
flush aanvuren; blos; blozen; doorspoelen; dóórtrekken; effen; gelijk; gloed; gutsen; het bloed naar het hoofd jagen; kleuren; onder water zetten; opjagen; opwelling; opwinding; overmoedig doen worden; overvloedig; roes; spoeling; stroom; suite; toevloed; uitlopen; uitlopende blaadjes; verjagen; vlak; voegen; vol