English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word farm produce
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(estate; property; ranch; land) | ; ; | |
🔗 Rand, it’s time for us to be getting back to the farm. | ||
(breed; keep; raise; rear) | ||
(cultivate; work; grow) | ; ; | |
(bear; yield) | ; ; | |
🔗 Crimea, annexed by Russia in 2014, produces little wheat because of a lack of irrigation. | ||
(conduct; effect; engineer; implement; realize) | ; ; ; | |
(publish; bring out; elicit) | ; te voorschijn brengen ; ; voor de dag komen met | |
(create) |
English | Dutch |
---|---|
farm produce | ⇆ landbouwproducten |
farm | ⇆ agrarisch; ⇆ bebouwen; ⇆ boerderij; ⇆ boeren; ⇆ boerenhoeve; ⇆ boerenhofstede; ⇆ boeren‐; ⇆ fokkerij; ⇆ het boerenbedrijf uitoefenen; ⇆ hoeve; ⇆ hofstede; ⇆ hofstee; ⇆ kwekerij; ⇆ landbouwbedrijf; ⇆ landbouw‐; ⇆ pachten; ⇆ pachthoeve; ⇆ plaats |
produce | ⇆ aanvoeren; ⇆ bijbrengen; ⇆ geven; ⇆ landbouwproducten; ⇆ laten horen; ⇆ leveren; ⇆ maken; ⇆ opbrengen; ⇆ opbrengst; ⇆ opleveren; ⇆ opvoeren; ⇆ produceren; ⇆ product; ⇆ producten; ⇆ te voorschijn brengen; ⇆ te voorschijn halen; ⇆ ter wereld brengen; ⇆ teweegbrengen; ⇆ tonen; ⇆ verlengen; ⇆ vertonen; ⇆ voor de dag halen; ⇆ voor de dag komen met; ⇆ voor het voetlicht brengen; ⇆ voortbrengen; ⇆ voortbrengsel; ⇆ voortbrengselen; ⇆ óverleggen |