English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dispensable

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
dispense
(spread; broaden; disseminate; disperse; propagate; widen)
; ;
disvastigi
dispense
(disperse; propagate; spread)
om zich heen tasten
; ; ;
(crucial);
🔗 His good will is indispensable to our plans!
indispensable
(essential; imperative; inevitable; vital; absolutely necessary)
nepra
indispensable
;
necesega

EnglishDutch
dispensable ontbeerlijk; waarvan vrijstelling verleend kan worden
dispense dispenseren; klaarmaken; ontheffen; toedienen; uitdelen; vrijstellen
indispensable noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; onvermijdelijk