English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word decision

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(firmness; peremptoriness; resolution)
;
🔗 But he will have to make a decision soon.
(judgement; ruling)
juĝa decido
(make up one’s mind)
🔗 We will come to a decision by the end of the weekend.
decision power
take a decision
(choose; determine; resolve; settle; adjudicate); ;
🔗 It shall be as I decide.
(determine; fix; set; settle)
decision‐making
indecision
(infirmity of purpose; irresolution)

EnglishDutch
decision arrest; beslissing; beslistheid; besluit; uitslag
come to a decision een beslissing nemen
decision power beslissingsbevoegdheid
final decision eindbeslissing; eindbesluit
make a decision een beslissing nemen
take a decision een besluit nemen
decide bepalen; beslissen; besluiten; decideren; doen besluiten; een beslissing nemen; een besluit nemen; tot de conclusie komen; uitmaken; uitspraak doen; uitwijzen
decision‐making besluitvorming
indecision besluiteloosheid