English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word death‐rattle

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Death was indeed there.
rattle
(clap; click; crack; snap; clatter; flap)
rattle
(yellow‐rattle)
rattle
rattle
;
rattle
;
stertori
rattle
(quiver; shiver; tremble; quake; wave)
; ; ; ; ;

EnglishDutch
death‐rattle gereutel; gerochel
death afsterven; dood; heengaan; overlijden; sterfgeval; sterven; verscheiden; versterf; versterving
rattle doen rammelen; gerammel; geratel; gereutel; in de war maken; klapperen; kletteren; kletteren met; rabbelen; rammel; rammelaar; rammelen; rammelen met; ratel; ratelaar; ratelen; ratelen met; reutelen; rinkelbel; rinkelen met; rochelen; zenuwachtig maken