English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word collector

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(amass; heap; pile up; stack; accumulate; gather; pile); ; ;
(gather; assemble; rally)
🔗 The lady Moiraine collects stories.
collector of donations
(dustman; garbage man)
tax collector
(revenue agent)
tax collector
; ;
tax collector’s office
ticket‐collector
(guard; conductor)

EnglishDutch
collector collectant; incasseerder; inzamelaar; ontvanger; verzamelaar; verzamelaarster
art collector kunstverzamelaar
collector’s item collector’s item
collector’s mania verzamelwoede
garbage collector vuilnisman
refuse collector vuilnisauto; vuilnisman
stamp collector postzegelverzamelaar
tax collector belastinggaarder; belastinginner; ontvanger; ontvanger der belastingen
tax collector’s office belastingkantoor; ontvangerskantoor
waste food collector schillenboer
collect afhalen; bijeenbrengen; bundelen; collecte; collecteren; grossieren; incasseren; innemen; innen; invorderen; inwisselen; inzamelen; ophalen; opnemen; opvangen; opzamelen; sparen; verenigen; vergaren; verzamelen; weer onder controle krijgen; zamelen; zich verzamelen
ticket‐collector busconducteur; conducteur; conductrice; controleur; kaartjescontroleur
toll‐collector tolbaas; tolbeambte