Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word inzamelen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(zamelen; verzamelen; vergaren; bijeengaren; bijeenzamelen) | ||
(inzamelen; verzamelen; vergaren; bijeenzamelen) | ||
🔗 Maar ik moet een goed voorbeeld geven—en dus zal ik nu wat wortels zamelen om die eerlijk te kunnen delen. |
Dutch | English |
---|---|
inzamelen | ⇆ collect; ⇆ garner; ⇆ gather; ⇆ glean; ⇆ harvest; ⇆ ingather |
zamelen | ⇆ gather; ⇆ collect |