English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word chain‐stitch

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
(fetter; shackle; bind)
(fetter; shackle)
🔗 One chain of protesters in Minsk was almost two miles (3.2 kilometres) long.
(quilt)
stebi
(sew together)
(loop; mesh);

EnglishDutch
chain‐stitch kettingsteek
chain aan de ketting leggen; filiaalbedrijf; grootwinkelbedrijf; guirlande; in ketenen slaan; keten; ketenen; ketting; met ketenen afsluiten; ordeketen; reeks; trekker; vastleggen
stitch brocheren; draad; hechtdraad; hechten; hechting; innaaien; maas; naad; naaien; steek; steek in de zij; stikken