Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word keten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(boei; kluister)
fetter
;
🔗 Kijk, hier zijn de sleutels van je ketenen.
(ketting)
🔗 Om zijn hals hing een keten van doodshoofden, om de lendenen droeg hij een gordel van afgehouwen handen.
🔗 Hij behoort tot een grote keten, die tevens Riccioli, Hevel en Lohrmann omvat.
chain of office
🔗 Maar wat ben ik zonder ambtsketen?
chain of mountains
;
mountain chain
;
mountain range
;
🔗 Reith wees naar een bergketen die voor hen lag.
(barak)
barrack
(tent)
🔗 Een keer hoorde hij het gekletter van borden uit de keet van de kok.
(boeien; kluisteren)
shackle
;
🔗 De geketende gevangenen hadden in gespannen stilte naar het gevecht gekeken.
🔗 Keten ze maar aan dezelfde riem.

DutchEnglish
keten chain; concatenation; fetter; fool about; gyve; monkey about; range; series; trammel
in ketenen slaan chain; put into chains
ambtsketen chain of office
bergketen range; chain of mountains; range of mountains; mountain range; mountain chain; rand
keet barrack; bean‐feast; beano; hut; hutch; joint; rumpus; shanty; shed
ketenen bond; chain; chains; enchain; gyve; bonds; fetters; shackle
ordeketen chain; collar