English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word casting

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
cast (shed; unseat)	afwerpen	elseligi
cast (found)	gieten	gisi
cast (mould)	afgieten ; gieten	muldi
cast (throw; pitch; toss)	werpen	ĵeti
🔗 He cast his mind across the possibilities.

English	Dutch
casting	⇆ beslissend; ⇆ braaksel; ⇆ gieten; ⇆ gietsel; ⇆ gietstuk; ⇆ hoopje; ⇆ rolbezetting; ⇆ rolverdeling; ⇆ uilebal
casting up	⇆ optelling
cast	⇆ aard; ⇆ afdanken; ⇆ afgieten; ⇆ afgietsel; ⇆ afwerpen; ⇆ bezetten; ⇆ bezetting; ⇆ biggen; ⇆ cast; ⇆ casten; ⇆ gegoten; ⇆ gieten; ⇆ gietvorm; ⇆ giet‐; ⇆ gipsverband; ⇆ gooi; ⇆ kromtrekken; ⇆ model; ⇆ neerwerpen; ⇆ pleistermodel; ⇆ rolbezetting; ⇆ rolverdeling; ⇆ soort; ⇆ spelers; ⇆ tikje; ⇆ tint; ⇆ tintje; ⇆ type; ⇆ uitbrengen; ⇆ uitwerpen; ⇆ veroordelen; ⇆ vorm; ⇆ wenden; ⇆ werpen; ⇆ worp
casting‐mould	⇆ gietvorm
casting‐net	⇆ werpnet
casting‐vote	⇆ beslissende stem
recasting	⇆ omwerking