Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word type
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Men onderscheidt verschillende typen van vruchten. | ||
🔗 Maar het is een groot type vliegtuig. | ||
genotype | ||
holotype | holotipo | |
prototype | ||
🔗 In het gebouw van het prototype was het nooit dag of nacht. | ||
(karakteriseren; kenmerken; tekenen; kentekenen) | ||
🔗 U hebt hem juist getypeerd. | ||
(tekenend; typerend) | typical | |
🔗 Deze soort is typisch voor het gebied rond de Middellandse Zee. | ||
; ; ; off‐beat | ||
🔗 Omdat zijn exotische studies en zijn importen van typische chemische preparaten algemeen bekend waren en zijn voorliefde voor kerkhoven algemeen verdenking wekte, was er niet veel verbeeldingskracht voor nodig om hem in verband te brengen met een buitenissige invoer, die onmogelijk voor iemand anders in de stad bestemd had kunnen zijn. | ||
Dutch | English |
---|---|
type | ⇆ blade; ⇆ bloke; ⇆ cast; ⇆ character; ⇆ description; ⇆ run; ⇆ type; ⇆ type of a man; ⇆ type of a woman |
hij is een type | ⇆ he is quite a character |
genotype | ⇆ genotype |
holotype | ⇆ holotype |
prototype | ⇆ prototype |
typeren | ⇆ typify; ⇆ characterize; ⇆ be typical of |
typisch | ⇆ in character; ⇆ representative; ⇆ typical |
typologie | ⇆ typology |