English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word captaincy

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
captaincy
(master)
(master; shipmaster); ; ;
🔗 Which among you is captain of the vessel?

EnglishDutch
captaincy kapiteinschap; kapiteinsrang
captain aanvoerder; aanvoerder zijn van; aanvoeren; commandant; commanderen; gezagvoerder; kapitein; legeraanvoerder; leider; ploegbaas; primus; scheepskapitein; schipper; veldheer