English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word belt punch

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(girdle; strip); ;
(strap; band; strip; thong)
(beat; hit; strike; wallop; jab; belabour); ; ;
punch
punch
(puncture)
;
trui
punch
(pummel)

EnglishDutch
belt punch gatentang
belt band; broekriem; ceintuur; draagband; een ceintuur omdoen; een gordel omdoen; een oorvijg verkopen; een riem omdoen; er vandoorgaan; gebied; gordel; gordelriem; jakkeren; koppel; koppelriem; met een riem afranselen; omgórden; omringen; pezen; rand; riem; ring; zone; ómgorden
punch doorslaan; doorslag; drevel; drevelen; durf; fut; kaartjestang; knippen; kniptang; labberdoedas; opdoffer; oplawaai; perforator; pons; ponsen; por; punch; slaan; slaan op; slag; stansen; stomp; stompen; stoot