English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word acting partner

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(performance; theatre; theatrics)
toneelspel
; ;
(deputy; ad interim; surrogate; alternate);
(making; manifacture; formation; performance); ; ; ;
(associate);
(associate; collaborator)
🔗 Additionally, in cultures with more traditional gender rôles, women may feel uncomfortable demanding that their partners use condoms.

EnglishDutch
acting partner beherend vennoot
acting acteren; actie; beherend; dienstdoend; fungerend; komediespelen; plaatsvervangend; spel; tijdelijk; toneelspel; toneelspelen; waarnemend
partner associé; compagnon; dansgenoot; de partner zijn van; deelgenoot; deelhebber; deelnemer; firmant; gezel; gezellin; maat; makker; medespeler; partner; tafeldame; tafelheer; ter zijde staan; vennoot; vriend; vrind