English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word accommodated

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(adjust; gear; adapt);
(adjust; adapt)
zich aanpassen
(yield; give way; grant; assign); ; ;
(house)
onder dak brengen
;
(take in)
(entertain; put up; host)
gastvrijheid verlenen aan
;

EnglishDutch
accommodate aanpassen; accommoderen; bijleggen; gerieven; helpen; herbergen; onderbrengen; onder dak brengen; onderdak verschaffen; plaats hebben voor; plaatsruimte bieden voor; plaatsruimte hebben voor; ruimte hebben voor; schikken; van dienst zijn; voegen; voorzien