English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word accessible

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
alirebla
(attainable)
(approach; drive; sweep); ;
(attack; assault; strike; offensive; fit; raid; onslaught);
🔗 The Russians seem very reluctant to provide access to independent investigators or international agencies to the site.
accessibility
toegankelijkheid
;
🔗 Nevertheless, in Wysrod, Nai the Hever is inaccessible until I request his attention.

EnglishDutch
accessible bereikbaar; genaakbaar; ontvankelijk; toegankelijk; vatbaar
accessible to ontvankelijk voor
access aanval; acces; nadering; opvragen; opwelling; toegang; toenadering; toeneming; vermeerdering; vlaag
accessibility genaakbaarheid; toegankelijkheid; vatbaarheid
inaccessible onbeklimbaar; onbereikbaar; ongenaakbaar; ontoegankelijk