English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word absorb

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(engross; preoccupy);
(swallow); ;
in zich opnemen
;
ensorbi
doortrokken worden
;
opgeslurpt worden
;
sorbiĝi
(absorbing; absorptive)
(absorptive)
sorba
wateraantrekkend
sorbema
(absorbent; absorptive)

EnglishDutch
absorb absorberen; drinken; geheel in beslag nemen; in zich opnemen; inzuigen; opnemen; opslokken; opslorpen; opslurpen; opvangen; op zich laten inwerken; opzuigen; verslinden; verzwelgen
absorbed geheel opgaand; opgaand; verdiept; verzonken
absorbent absorberend; absorberend materiaal; opnemend; opslorpend; opzuigend
absorber demper
absorbing boeiend
absorption absorptie; opgaan; opslorping; opslurping
reabsorb reabsorberen
resorb resorberen; weer opslorpen