Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word zijuitgang
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(afrit; afslag) | ; ; ; egress | |
🔗 Zij was zonder uitgang. | ||
ending | ||
🔗 Het kruisvuur der mitrailleurs van hun tegenstanders dwong de aanvallers echter naar hun punt van uitgang terug te keren. | ||
(flank; zijde) | ||
🔗 Voorzichtig ging hij op zijn zij liggen. | ||
(zijde) | ||
🔗 Simon gaf haar een sigaret. | ||
🔗 Er wordt hun een worst voorgehouden |
Dutch | English |
---|---|
zijuitgang | ⇆ side exit |
uitgang | ⇆ egress; ⇆ ending; ⇆ exit; ⇆ gate; ⇆ issue; ⇆ outfall; ⇆ outlet; ⇆ output; ⇆ termination; ⇆ way out |
zij | ⇆ they; ⇆ she; ⇆ side |