Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zenuw‐

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Lieden van onze stand hebben zoals je weet, uiterst gevoelige zenuwen.
zenuw‐
nervous
nerva
hypoglossal
(weerleggen)
refute
(nerveus)
nervous
; ;
🔗 Hoe langer ik wacht, hoe zenuwachtiger ik word.
(nerveus)
🔗 Hij dribbelde zenuwachtig achter haar aan.
🔗 Internationale experts stelden later vast dat hij was vergiftigd met een zenuwgif, mogelijk het werk van de Russische geheime dienst.
(nerveuze inzinking; zenuwinzinking)
mental breakdown
;
nervous breakdown
🔗 Op dat moment kreeg hij een zenuwinstorting.
(zenuwinstorting; nerveuze inzinking)
mental breakdown
;
nervous breakdown
🔗 Hij heeft een ernstige zenuwinzinking gehad.

DutchEnglish
zenuw⇆ nerve
zenuw‐⇆ nervous; ⇆ neural
gehoorzenuw⇆ auditory nerve
gevoelszenuw⇆ sensory nerve
gezichtszenuw⇆ optic nerve
ontzenuwen⇆ dispose of; ⇆ enervate; ⇆ invalidate; ⇆ make hay of; ⇆ pick holes in; ⇆ unnerve; ⇆ refute
ruggemergszenuw⇆ spinal nerve
smaakzenuw⇆ gustatory nerve
tandzenuw⇆ dental nerve
tongzenuw⇆ lingual nerve
zenuwachtig⇆ agitated; ⇆ jittery; ⇆ jumpy; ⇆ nervily; ⇆ nervous; ⇆ nervy; ⇆ twitchy; ⇆ nervously
zenuwgif⇆ neurotoxin
zenuwinstorting⇆ nervous breakdown; ⇆ mental breakdown
zenuwinzinking⇆ breakdown; ⇆ nervous breakdown; ⇆ mental breakdown
zenuwpatiënt⇆ mental patient; ⇆ nerve patient
zenuwslopend⇆ nerve‐racking
zenuwstelsel⇆ nervous system
zenuwtoeval⇆ hysterics
zenuwziek⇆ neurasthenic