Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word winstgevend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(profijtelijk; rendabel; voordelig)
profitable
🔗 Maar er moest een manier zijn om die schepen bruikbaar en winstgevend te maken!
(baat; gewin; verdienste); ;
(baat; gewin; profijt; voordeel);
🔗 Bovendien bewees Fogg steeds dat hij speelde om het spel en niet om de winst.
profitability
🔗 Hoewel topman Mark Zuckerberg eerder liet weten geen nieuwe ontslagronde te verwachten, zei hij ook dat 2023 een „jaar van efficiëntie” moest worden en dat Meta zich meer op de winstgevendheid zou gaan richten.

DutchEnglish
winstgevend gainful; lucrative; profitable; profitmaking
winst advantage; gain; gainings; haul; lucre; margin; profit; return
winstgevendheid profitability