Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word wasbord

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(uithangbord);
signboard
🔗 Boven de ingang van het huis hing een bord dat piepend zwaaide in de wind.
(schoolbord)
blackboard
nigra tabulo
🔗 Hij schonk het bord vol en richtte zich toen weer op.
🔗 Volgens de regering zijn meer dan zeshonderdduizend mensen getroffen door het wassende water.
lesivi
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; zich verheffen; de hoogte in gaan)
(ómspoelen; uitwassen);
🔗 Ze wastte haar lange, donkere haar.
(was‐)
(groeien; toenemen; aanwassen);
🔗 De oude maan verdween en een nieuwe maan wies en nam af in de wereld daarbuiten, terwijl wij daar vertoefden.
(mengen; mêleren)
shuffle

DutchEnglish
wasbord scrubbing board; washboard
bord blackboard; board; plate; trencher; sign; signboard; soup‐plate; dinner‐plate
wassen be on the increase; grow; increase; launder; lave; pan off; pan out; wash; wax; waxen; wash down; washing; shuffle; rise; wash up