Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word vuurkast
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; ; | ||
🔗 Ik zette mijn tas naast mijn stoel en liep naar de kast. | ||
(bak; kist; schrijn) | ; | |
🔗 De kast van het uurwerk was ernstig ingedeukt en de ijzers stonden op kwart over een. | ||
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten. | ||
(gloed) | glow ; ; | |
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur. | ||
🔗 Van vuur zijn ze niet bang. | ||
(ambitie; ijver) | ; | |
(vlam) | ||
(heftigheid; onstuimigheid) | impetus ; ; ; | |
(gloed; pit; pittigheid; verve) | verve ; ; | |
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde. |
Dutch | English |
---|---|
vuurkast | ⇆ firebox |
kast | ⇆ bin; ⇆ box; ⇆ cabinet; ⇆ case; ⇆ cupboard; ⇆ den; ⇆ digging; ⇆ digs; ⇆ joint; ⇆ press; ⇆ wardrobe; ⇆ chest; ⇆ bookcase; ⇆ diggings; ⇆ quod |
vuur | ⇆ ardency; ⇆ ardour; ⇆ bonfire; ⇆ dry‐rot; ⇆ eagerness; ⇆ fervency; ⇆ fire; ⇆ flame; ⇆ glow; ⇆ heat; ⇆ ingle; ⇆ mettle; ⇆ élan; ⇆ verve; ⇆ zeal; ⇆ spirit; ⇆ rot; ⇆ vim |