Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word voornaamheid
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
voornaamheid | ||
voornaamheid | distinctiveness | |
voornaamheid (uitmuntendheid) | distinction | |
| (aanzienlijk; eminent; prominent; uitstékend; vooraanstaand; notabel) | distinguished ; | |
🔗 Zij is van nog voornamer afkomst dan hij beweert te zijn. | ||
| (aanzienlijk; deftig) | ||
🔗 Je kansen op een voornaam huwelijk zouden verkeken zijn. | ||
| (belangrijk; gewichtig) | ||
🔗 U bent dus de voornaamste aandeelhouder. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| voornaamheid | ⇆ distinction; ⇆ grandeur; ⇆ lordliness |
| voornáám | ⇆ distinguished; ⇆ distingué; ⇆ grand; ⇆ high‐class; ⇆ notable; ⇆ prestigious; ⇆ prominent; ⇆ important |