English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word important

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(serious; grave; key; significant; weighty; fateful; consequential); ;
🔗 That’s what’s important!
(concern; seriousness; significance; weight; moment; import; consequence); ; ;
🔗 He would not necessarily be found at the tourists resorts, but more likely in company with persons of importance.
unimportant
(minor; of no account; insignificant; irrelevant)

EnglishDutch
important belangrijk; gewichtig; van betekenis; van gewicht; voornáám
vitally important van vitaal belang
all‐important hoogst belangrijk; van het grootste gewicht; van het hoogste gewicht
importance belang; belangrijkheid; betekenis; gewicht; gewichtigheid
self‐important gewichtig; gewichtig doend; gewichtigdoend; verwaand
unimportant onbelangrijk; onbetekenend