Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vleesspijs

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(eten)
🔗 Cugel liep naar het buffet toe en onderwierp de spijzen aan een nader onderzoek.
🔗 „Heer ridder,” zei de kluizenaar, „uw gedachten zijn die des vlezes.”
🔗 Het was haar vlees en haar bloed dat hij verlangde, haar prachtig lichaam, hare schoonheid, die zijn grove ziel vervuld hadden met razernij.
🔗 Het vlees is heel smakelijk.

DutchEnglish
vleesspijs meat
spijs aliment; diet; food; meat; almond paste; viand
vlees flesh; meat; pulp