Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vervoerwezen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
vervoer
(afvoer; transport)
transport
(overbrengen; transporteren; voeren)
transport
(rijden)
(zijn)
🔗 Hoe oud waart ge toen?
(zijn)
(essence; essentie; kern)
essence
🔗 Het wezen deed een stap naar voren.
(zijn; zitten)
🔗 Welnu, het zij zo.
(zijn)
🔗 Hoe zou het geweest zijn als ik een dochter had gehad in plaats van een zoon?

DutchEnglish
vervoerwezen transport
vervoer carriage; conveyance; movement; portage; transit; transport; transportation
vervoeren carry; convey; ferry; haul; move; transport; tote
wezen animal; be; be‐all; being; entity; essence; essentiality; essentialness; existence; nature; substance