Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vertrektijd

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De tijd heelt alle wonden.
(wijle; poos);
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee.
(wijl);
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd.
(tijdsduur);
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen.
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden.
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
🔗 Daar had hij geen tijd voor.
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden.
🔗 Op de derde dag na hun vertrek uit Breeg verlieten zij het Boogbos.
(afrit; afvaart)
departure
;
sailing
🔗 Dat bevel kon ook nog niet zijn aangekomen, daar het na Foggs vertrek moest zijn verzonden.
(kamer; lokaal)
🔗 In welk vertrek slaapt de Jood?
(afgaan; heengaan; ervandoor gaan; weggaan; zich verwijderen; opstappen); ;
🔗 De volgende morgen vertrok Robert.
(kamers)
quarters
ĉambroj

DutchEnglish
vertrektijd departure time; time of departure
tijd age; day; days; period; time; space; tense; tide; while; season; stretch
vertrek apartment; departure; parting; start; sailing; room
vertrekken be off; depart; fare forth; get off; go away; leave; make a move; pull out; push off; quarters; take one’s departure; twist; start; start off; start out; screw up; set off; set out; go off; sail; distort