English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word be off
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(away; far; forth; yonder; afar) | ; ; | |
🔗 Your arm’s off! | ||
; ; | de sur | |
(away we go; let’s start; let’s go) | aan de slag! ; ; | ek |
(away from) | ||
🔗 It rests in 350 feet beneath the surface about 20 miles off the coast, according to an MSRA statement released on Friday. | ||
(out) |
English | Dutch |
---|---|
be off | ⇆ afgedaan hebben; ⇆ ernaast zitten; ⇆ ervandoor gaan; ⇆ in slaap zijn; ⇆ in zwijm liggen; ⇆ niet doorgaan; ⇆ opstappen; ⇆ uitgeschakeld zijn; ⇆ uitraken; ⇆ uit zijn; ⇆ van de baan zijn; ⇆ vertrekken; ⇆ weggaan |
off | ⇆ af; ⇆ in de buurt van; ⇆ op de hoogte van; ⇆ opzij van; ⇆ uit; ⇆ uitkomend op; ⇆ van; ⇆ van … af; ⇆ van … weg; ⇆ vandehands; ⇆ ver; ⇆ verder gelegen; ⇆ verwijderd; ⇆ verwijderd van; ⇆ voor; ⇆ weg |