Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verarmen

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
arm (armzalig; armoedig; pover)	poor	povra
🔗 De arme Bilbo kon het niet langer aanhoren.
arm	crank ; crank‐handle	kranko
arm	poor	malriĉa
🔗 Hij was zo arm als een kerkrat.
arm	arm	brako
🔗 Hij nam haar in zijn armen en droeg haar de kamer uit.
verarmd	impoverished	malriĉiĝinta
verarming	impoverishment	malriĉiĝo

Dutch	English
verarmen	⇆ become poor; ⇆ beggar; ⇆ impoverish; ⇆ pauperize; ⇆ reduce to poverty
arm	⇆ arm; ⇆ bracket; ⇆ branch; ⇆ indigent; ⇆ penniless; ⇆ poor; ⇆ poverty‐stricken; ⇆ needy
verarmd	⇆ in reduced circumstances
verarming	⇆ impoverishment; ⇆ pauperization; ⇆ pauperism