Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word veelzeggend
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(betekenisvol; veelbetekenend) | ; | |
(veelbetekenend; betekenisvol) | meaningfully | signifoplene |
🔗 Hercule Poirot schudde veelzeggend zijn wijsvinger. | ||
(zeer) | ||
(menig; heel wat) | ; ; | |
🔗 Velen van hen wonen al jaren in Groot‐Brittannië. | ||
(heel wat) | ; ; a great deal | |
🔗 Er was niet veel tijd. | ||
(dikwijls; menigmaal; vaak; veelal) | ||
🔗 Rusland valt daar veel aan, maar de Oekraïners houden stand, zei hij. | ||
(een heleboel; een boel) | ; ; | |
🔗 Deze kamer was veel kleiner. | ||
(spreken; vertellen) | ; | |
🔗 Zeg me wie u bent! | ||
🔗 Ik stond stil en zei hem gedag. | ||
🔗 Roep nu mijn knecht Bekir en zeg hem wat hij doen moet. | ||
🔗 Wat zeg je daarvan? |
Dutch | English |
---|---|
veelzeggend | ⇆ expressive; ⇆ meaningly; ⇆ pregnant; ⇆ pregnantly; ⇆ revealing; ⇆ significant; ⇆ telling |
veel | ⇆ any number of; ⇆ greatly; ⇆ lots of; ⇆ many; ⇆ mickle; ⇆ mickle of; ⇆ much; ⇆ plenty of; ⇆ vastly; ⇆ a great deal; ⇆ a lot; ⇆ often; ⇆ widely; ⇆ scads of |
zeggen | ⇆ bid; ⇆ pronounce; ⇆ put; ⇆ say; ⇆ speak; ⇆ tell; ⇆ saying |