Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word varensgast

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(zeeman)
🔗 De varensgast nam het pijpje uit de mond, blies een dikke rookwolk weg, sloeg het glaasje brandewijn dat hij voor zich had staan in één teug naar binnen en vroeg mij na deze voorbereiding waarom ik mij niet bediend had van het mes dat voor mij stond.
(introducé);
sojourner
🔗 Die man is mijn gast.
(kerel; knul; sujet; vent)
🔗 Wie zijn die gasten?
(navigeren)
navigate
🔗 Dat hoef je ook niet te doen, als je op de Yazilissa vaart.
fern
🔗 Vooral varens doen het opmerkelijk goed.
🔗 Hoe ben jij gevaren?
(gaan);
🔗 Reizigers, waar komt ge vandaan en waarheen vaart ge?

DutchEnglish
varensgast sailor
gast diner; guest; sojourner; visitor; fellow
varen boat; bracken; brake; fare; fern; navigate; osmund; range; sail; sailing; leave