Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word toenmaals
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (dan; toen; destijds; toentertijd) | ; ; | |
🔗 Had ik toenmaals een dagboek van een Indisch officier in handen gekregen, ik zou het van A tot Z doorgelezen hebben, al was het nog zo onbeduidend geweest. | ||
| (keer; reis) | ||
🔗 We hebben elkaar een paar maal op een feestje ontmoet. | ||
| (dan; destijds; toentertijd; toenmaals) | ; ; | |
🔗 Vroeger, ja, toen was alles anders. | ||
🔗 Heer Bommel zat voor het haardvuur toen de markies bij hem werd binnengelaten. | ||
| (daarop; vervolgens) | ||
🔗 Toen zuchtte hij tevreden. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| toenmaals | ⇆ at that time; ⇆ at the time; ⇆ then |
| maal | ⇆ feed; ⇆ meal; ⇆ repast; ⇆ time |
| toen | ⇆ as; ⇆ then; ⇆ when; ⇆ by then; ⇆ at the time; ⇆ at that time |