Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word terugwerken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(achteruit);
🔗 Maar hij begreep dat hij nu niet meer terug kon.
returne
🔗 Maar nu was hij terug en hij zou dat nu gaan doen.
terugwerkend
retroactive
retroaktiva
(uitwerking hebben);
🔗 Maar het werkte wel.
(gisten)
(arbeiden);
🔗 Er wordt hard en lang gewerkt.
works
;
;
🔗 Hij vroeg zich af of hij soms op de ruïnes van de beschaving keek die deze vreemde mensen gewrocht hadden te midden van de woeste omgeving van hun vreemde, wilde verblijfplaats.
(functioneren)
🔗 Maar de zagerij werkt nog!

DutchEnglish
terugwerken react
terug aback; avaunt; back; backward; backwards; ago
terugwerkend retroactive; retrospective; retrospectively; reacting
terugwerking reaction; retroaction
werken act; function; labour; operate; put in; work; run; shift