Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word telefonie

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
telefonie	telephony	telefonio
🔗 Nu, dat kon hij ook rustig doen, want de wonderlijke uitvinding der draadloze telefonie bracht zijn boodschappen in korte tijd op hun bestemming.
telefonisch (per telefoon)	by phone	telefone
🔗 En u wilt telefonisch gerapporteerd worden?
telefonist	telephonist	telefonisto
🔗 Ten slotte ging Arglistig naar de meldkamer om de telefonisten te vertellen wat er aan de hand was en wat er moest gebeuren.
telefoon	telephone ; phone	telefono
🔗 Op dat moment ging de telefoon.

Dutch	English
telefonie	⇆ telephony
radiotelefonie	⇆ radio‐telephony
telefonisch	⇆ telephonic; ⇆ telephone; ⇆ telephonically; ⇆ by telephone; ⇆ over the telephone
telefonist	⇆ operator; ⇆ telephonist; ⇆ switchboard operator; ⇆ telephone operator
telefoon	⇆ blower; ⇆ phone; ⇆ telephone