Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word tegenstand
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(tegenkanting; tegenweer; verzet; weerstand) | ||
🔗 Hier kan zij op verwaarloosbare tegenstand rekenen. | ||
(oppositie) | opposition | |
(weerstaan; zich verzetten) | offer resistance ; resist | |
🔗 Wie bleef het langst tegenstand bieden? | ||
(aan; bij; naar; op; tot; voor; naar … toe) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik kan net zo goed tegen de stoel praten. | ||
(aan; jegens; met; tegen … aan; tegenover; versus; voor; tegen … in; op) | ; opposed to ; ; ; ; | |
🔗 U kunt het toch niet tegen zijn zin kopen? | ||
(om; aan) | ||
🔗 Maar tegen de ochtend ging de storm liggen en de dag brak helder aan. | ||
(tegenspeler; opponent) | ; ; | |
🔗 Met hoeveel tegenstanders hebben we eigenlijk te maken? |
Dutch | English |
---|---|
tegenstand | ⇆ antagonism; ⇆ opposition; ⇆ resistance |
geen tegenstand bieden | ⇆ make no resistance; ⇆ offer no resistance |
tegenstand bieden | ⇆ offer resistance; ⇆ resist |
tegen | ⇆ against; ⇆ agin; ⇆ at; ⇆ at the rate of; ⇆ by; ⇆ con; ⇆ contra; ⇆ contrary to; ⇆ on; ⇆ to; ⇆ toward; ⇆ towards; ⇆ versus; ⇆ for; ⇆ as against; ⇆ opposed to; ⇆ ’gainst |
tegenstander | ⇆ adversary; ⇆ antagonist; ⇆ contestant; ⇆ opponent |