Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stofwisseling

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
stofwisseling
(metabolisme)
metabolism
(materie; zelfstandigheid)
🔗 Als je dan weer wat licht stof boven de lamp in de lucht brengt, zie je het stof omhooggaan.
(goedje; spul; substantie; zelfstandigheid); ;
🔗 Het schijnt ook deze stof te zijn die ongedierte uit de bodem kan verdrijven.
(onderwerp; thema)
material
🔗 De planeet telde een bevolking van tweehonderdduizend zielen, die voor het merendeel in de omgeving woonden van het IJdelmeer, waar de voornaamste nijverheid bestond uit het verven van stoffen.
🔗 Overal lag een dikke laag stof.
wisseling
(keer; ommekeer; wisselen)
; ;
conversion
;
transformation
; ;

DutchEnglish
stofwisseling metabolism
stof dust; fabric; material; matter; stuff; subject‐matter; substance; theme
wisseling exchange; interchange; passage; reciprocation; turn; turnover