Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stempelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afdrukken);
stampi
surstampi
🔗 De postzegel was in Brighton afgestempeld op 3 juni om half negen ’s morgens.
stempel
(cachet; merk)
stempel
stempel
(muntstempel)
; ;
hallmark
🔗 Bij de windbloeiers worden grote hoeveelheden stuifmeel gevormd omdat slechts een zeer klein gedeelte de stempels bereikt.

DutchEnglish
stempelen be on the dole; go on the dole; hallmark; impress; imprint; incuse; indent; mark; postmark; print; seal; sign on; sign on for the dole; stamp
afstempelen cancel; stamp
stempel chop; hallmark; impress; impression; imprint; mark; print; puncheon; stamp; stamper; stigma; rubber stamp; seal; tool; die; postmark
stempeling stamping
stempellokaal dole office; social security office