Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word spoorelement

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bestanddeel)
🔗 Het element cerium, ontdekt in 1803, is vernoemd naar Ceres.
(cel);
🔗 Hoeveel elementen moet men in serie schakelen?
🔗 Bij het element lucht horen de sterrenbeelden Waterman, Tweeling en Weegschaal.
🔗 Stefan hanteert de sneeuwschep en is in zijn element.
🔗 Het was een heroïsch gevecht tegen de elementen, maar we hebben de tent gered.
🔗 Er zijn andere vreemde elementen in dit verhaal.
(basisbeginsel)
🔗 De elementen van de grammatica worden geleidelijk aan bijgebracht.
🔗 Als deze procedures niet in acht worden genomen of als de accu niet wordt opgeladen, kan er zich onherstelbare schade voordoen aan de elementen van de accu.
🔗 Zoals je ziet worden de elementen van de verzameling gescheiden door een komma.
(spoorweg; spoorbaan)
🔗 De boom kwam door een zware windstoot op het spoor terecht.
spur
(afdruk)
🔗 De sporen van de wielen vertelden hem het verhaal van het ongeluk.
🔗 Men had geen spoor van de moordenaar kunnen vinden.
spur
🔗 De trompetten schalden, de lansen van de ridders daalden, de sporen drongen in de flanken van de paarden en de voorste gelederen van beide partijen stormden elkaar tegemoet en troffen elkaar midden in het strijdperk met een geraas dat een mijl in de omtrek te horen was.
(spore)
spore
(baan)
track
🔗 Er zijn maar twee van de vier sporen beschikbaar.
(karrespoor; wagenspoor)
🔗 Een tweede spoor voerde zuidwaarts door een pas tussen de heuvels, een derde zwenkte naar het noordoosten.
spur
🔗 Er gebeuren geregeld ongelukken op het Pakistaanse spoor.

DutchEnglish
spoorelement trace element
element element; pile; strain; cell
spoor slot; breath; hint; mark; print; railroad; railway; calk; spoor; spore; trace; track; trail; vestige; wake; spur; rut; scent; shadow; tack; footmark; prick; rails; gauge