Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word speciaalzaak

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bijzonder)
particular
;
special
🔗 De enige voor wie het huis iets speciaals betekende, was Hugo Veld, en dat kwam alleen omdat hij er toevallig woonde.
(in het bijzonder; vooral);
specially
🔗 „Blijkbaar doelt u met uw woorden speciaal op mij,” zei hij, „en ik ben mij welbewust van uw boosaardige intentie.”
(bijzonder)
special
🔗 Of ik me de zaak Crale herinner?
; ; ;
🔗 Geef ons drie dagen om onze zaken te regelen.
(ding);
(winkel);
🔗 Jullie hebben mijn zaak geplunderd!
;
; ;
(affaire; kwestie; aangelegenheid); ;
🔗 Dat is in hoge mate mijn zaak.

DutchEnglish
speciaalzaak one‐line shop; speciality shop; special shop
speciaal especial; express; notely; particular; particularly; specially; special; specific
zaak affair; business; case; cause; concern; job; matter; outfit; part; place; premises; proposition; thing; show; transaction