Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word snijwerk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
castrate ; | ||
🔗 Hij moet gedood worden, of gesneden. | ||
; | ||
🔗 De regering in het VK snijdt diep in de uitgaven. | ||
(afzetten) | fleece | tropagigi |
cut out | ||
castration | ||
🔗 Met name het ondeskundig snijden van die veulens kon bij mij niet door de beugel. | ||
(slijpen) | ||
🔗 Soms gingen ze eropuit om nog meer te stelen en als ze dan terugkwamen, moest hij de stenen opnieuw snijden, om ze onherkenbaar te maken. | ||
; | ||
🔗 De lijken werden in stukken gesneden, gekookt en opgegeten. | ||
handiwork | ||
🔗 Dit is het werk van de Heilige Geest. | ||
(arbeid; emplooi; karwei) | ; | |
🔗 Ik was nog niet tot werk in staat. | ||
tow ; oakum | ||
(boekwerk; opus) | ||
🔗 Naast al deze geschreven werken bevatte de grote bibliotheek echter nog veel meer. |
Dutch | English |
---|---|
snijwerk | ⇆ carved work; ⇆ carving; ⇆ fretwork; ⇆ graving |
houtsnijwerk | ⇆ woodcarving |
snijden | ⇆ capon; ⇆ carve; ⇆ cut; ⇆ cut up; ⇆ cutting; ⇆ finesse; ⇆ gash; ⇆ intersect; ⇆ snick; ⇆ snip; ⇆ trench; ⇆ whittle; ⇆ scission; ⇆ slash; ⇆ slice; ⇆ cut in; ⇆ fleece |
werk | ⇆ avocation; ⇆ business; ⇆ char; ⇆ chore; ⇆ doing; ⇆ employ; ⇆ employment; ⇆ fabric; ⇆ job; ⇆ labour; ⇆ motion; ⇆ oakum; ⇆ opus; ⇆ performance; ⇆ pursuits; ⇆ work; ⇆ stint; ⇆ tow |