Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word sleeploon

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(beloning; vergelding);
recompense
🔗 En hij was niet boos over het feit dat een ander zich het loon toeëigende dat hem toekwam.
(bezoldiging; gage; salaris; traktement; verdienste); ;
wages
;
🔗 Puiras nam zijn loon aan en ging zijns weegs.
(trekken);
haul
;
tow
(voorttrekken);
🔗 Ze sleepte haar stoel over het grasveld.
tow
🔗 Het schip is naar Bremerhaven gesleept.

DutchEnglish
sleeploon cartage; haulage; towage
loon earnings; hire; meed; pay; payment; recompense; reward; wages; wage; salary; screw
slepen slur; cart; drag; draw; haul; lug; tow; towage; trail; tug; track