Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word slaaf

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De slaaf had gelijk en jij niet.
Slaaf
Slav
negro slave
negrosklavo
🔗 Geregeld werden er negerslaven geveild.
sklava
🔗 Navarth haastte zich naar hem toe, gebogen op een manier die bijna slaafs aandeed, en ving de jas op die de man hem toewierp.
slavishly
;
subserviently
sklaveme
slavish
(sloven; zwoegen; pezen)
toil
(slavenschip);
sklavoŝipo
(slavenhandelaar)
(slavenhaler)
(slavenhaler);
sklavoŝipo
🔗 En dus werden ze veroordeeld tot een leven van slavernij.
female slave
🔗 Het slavinnetje slaakte een kreet van angst.
Slavic
;
Slavonic
🔗 Osinga denkt niet dat de Russen tegenover de Oekraïense „Slavische broeders” terughoudender zullen zijn.

DutchEnglish
slaaf bondman; helot; serf; slave; thrall; vassal
Slaaf Slav
galeislaaf galley‐slave
loonslaaf hack; wage‐slave; drudge; journeyman
slaafs servile; slavish
slaven slave; drudge; toil
slavenarbeid slave labour; slavery; drudgery
slavenarmband closed‐forever bracelet
slavendrijver slave‐driver
slavenhaler slaver; slave‐ship
slavenhandel slave‐trade
slavenhandelaar slaver; slave‐trader
slavenhouder slave‐owner
slavenjacht slave‐hunt
slavenjuk yoke of bondage
slavenmarkt slave‐market
slavenopstand slave rebellion
slavenschip slave‐ship; slaver
slavernij bondage; thraldom; serfdom; servitude; slavery
slavin bondmaid; slave; female slave
Slavisch Slav; Slavonic; Slavic
slavist Slavicist; Slavist