Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schandvlek

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
schandvlek	indignity	malhonoraĵo
schande (blamage; oneer; smaad)	disgrace ; dishonour ; shame ; ignominy	malhonoro
🔗 Een schande noem ik dat!
schandvlekken (te schande maken; onteren; te schand maken)	dishonour	malhonori
vlek (klad; plek; smet)	blot ; spot ; stain ; blotch ; blur	makulo
🔗 Hoe denk je dat die vlek is ontstaan, Satterthwaite?
vlek (buurtschap; gehucht)	hamlet	vilaĝeto

Dutch	English
schandvlek	⇆ blemish; ⇆ disgrace; ⇆ stain; ⇆ stigma
schande	⇆ discredit; ⇆ disgrace; ⇆ dishonour; ⇆ ignominy; ⇆ infamy; ⇆ obloquy; ⇆ opprobrium; ⇆ reproach; ⇆ stain; ⇆ scandal; ⇆ shame; ⇆ opprobium
schandvlekken	⇆ disgrace; ⇆ dishonour
vlek	⇆ slur; ⇆ smear; ⇆ smudge; ⇆ blemish; ⇆ blot; ⇆ blotch; ⇆ blur; ⇆ discolouration; ⇆ flaw; ⇆ fleck; ⇆ macula; ⇆ mark; ⇆ soil; ⇆ splotch; ⇆ spot; ⇆ stain; ⇆ taint; ⇆ splodge; ⇆ hamlet; ⇆ townlet; ⇆ speck