Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word samensmelten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(versmelten)
merge
(tezamen)
jointly
;
🔗 Die mensen doen werkelijk alles samen.
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien?
samensmelting
(fusie; versmelting)
fusion
;
merger
(versmelten; vloeibaar worden)
🔗 De was erin smolt ook.
(versmelten)
🔗 Bourcart rekende erop dat de helft van het vet deze eerste dag zou zijn gesmolten.

DutchEnglish
samensmelten amalgamate; conflate; covalesce; fuse; melt together; merge
samen together; in tandem
samensmelting fusion; merger; melting together; amalgamation
smelten smelt; blow‐out; dissolve; fuse; fusion; melt; run